ZNA Labgids - Lupus anticoagulans

Trefwoorden:Lupus anticoagulans

Ga terug

Parameter Waarde
STAALTYPE Citraat plasma
RECIPIËNT Citraattube
ACTIVITEITENCENTRA MI
AFNAME-HOEVEELHEID fractie 3 (gewone buis) 0.5 mL + fractie 8 (cryotube) 0.5 mL
ALGEMENE OPMERKINGEN
De correcte vulling van een citraattube is essentieel! De citraatbuis bij voorkeur na een serumbuis afnemen. Nooit na een EDTA of heparine tube. Zie flowchart verwerking stalen speciale stolling.
TRANSPORTWIJZE PRIMAIR STAAL
TRANSPORTWIJZE VERZENDING EXTRAMUROS Diepgevroren
METHODE chronometrie
UITVOERFREQUENTIE wekelijks
MAXIMALE ANTWOORDTIJD (excl. Pre-analytisch transport)
BIJ-AANVRAGEN
ONDER ACCREDITATIE (BELAC MED-318) Nee
RIZIV-REGELS DR106: De verstrekkingen 553291-553302, 554072-554083, 554433-554444 mogen alleen worden aangerekend aan de ZIV in geval van aanwezigheid van klinische criteria voor antifosfolipidensyndroom (vasculaire trombose en/of miskraam) of systemische lupus erythematodes.
RIZIV-NOMENCLATUUR 554072
NON-RIZIV AANREKENING
BIJKOMENDE OPMERKINGEN AANREKENING
klinische fiche Lupus anticoagulans in Citraat plasma
Klinisch toepassingsgebied: Lupus anticoagulants (LA) zijn een groep stollingsinhibitoren (niet specifieke circulerende anticoagulantia) die geassocieerd zijn met een verhoogd risico op veneuze en/of arteriële trombosen bij patiënten met of zonder autoimmune aandoening.LA wordt ook geassocieerd met en recurrente abortus. LA zijn een heterogene groep van autoantistoffen gericht tegen negatief geladen fosfolipiden. Recente inzichten hebben aangetoond dat de binding van LA aan de fosfolipiden bevorderd wordt door de aanwezigheid van andere plasmaproteïnen zoals beta-2-glycoproteïne I (b2GPI), prothrombine, proteïne S en Annexine V. Samen met de ACA (anticardiolipine antistoffen) behoren de LA tot de antifosfolipiden antistoffen (APA). Opsporen voor LA behoort tot de screeningsprocedure bij trombofilie.

Ga terug