ZNA Labgids - Beenmerg: morfologie
Trefwoorden:Beenmerg morfologie; myelogram
Parameter | Waarde |
---|---|
STAALTYPE | beenmerg |
RECIPIËNT | EDTA 3 ml |
ACTIVITEITENCENTRA | MI |
AFNAME-HOEVEELHEID | minstens 3 draagglaasjes |
ALGEMENE OPMERKINGEN | Cytologische evaluatie en myelogram van een beenmergaspiraat, de staalname wordt verzorgd door de clinicus.
De op draagglaasjes uitgestreken beenmergaspiraten worden aan de lucht gedroogd en zo snel mogelijk in een de voorziene kaft aan het laboratorium bezorgd.
De patiëntidentificatie gebeurt door de clinicus op het matte gedeelte van het draagglaasje.
Het aanvraagformulier dient correct te zijn ingevuld. Steeds dienen het staaltype, diagnostisch/follow-up, het gevraagde onderzoek en de indicatiestelling te zijn vermeld.
|
TRANSPORTWIJZE PRIMAIR STAAL | |
TRANSPORTWIJZE VERZENDING EXTRAMUROS | |
METHODE | Microscopie |
UITVOERFREQUENTIE | Alle werkdagen (uitgezn zat/zon/feestd) |
MAXIMALE ANTWOORDTIJD (excl. Pre-analytisch transport) | 1 week |
BIJ-AANVRAGEN | |
ONDER ACCREDITATIE (BELAC MED-318) | Ja |
RIZIV-REGELS | |
RIZIV-NOMENCLATUUR | 553055 |
NON-RIZIV AANREKENING | |
BIJKOMENDE OPMERKINGEN AANREKENING |
klinische fiche Beenmergmorfologie |
---|
Referentiewaarden: Beenmergmorfologie | |||||
---|---|---|---|---|---|
Detail | Referentiewaarde | Variabelen | Geslacht | Leeftijden | Opm. |
Myeloblasten | 0.1 - 4.0 | ||||
Promyelocyten | 0.5 - 4.0 | ||||
Myelocyten | 5.0 - 20.0 | ||||
Metamyelocyten | 10.0 - 27,0 | ||||
Polynucleairen | 7.0 - 25.0 | ||||
Eosinofielen | 0.3 - 6.0 | ||||
Basofielen | 0.0 - 1.0 | ||||
Lymfocyten | 5.0 - 30.0 | ||||
Monocyten | 0.0 - 4.0 | ||||
Plasmocyten | 0.1 - 3.5 | ||||
Proerythroblasten | 0.5 - 3.5 | ||||
Basofiele erythroblasten | 2.0 - 5.5 | ||||
Polychromatofiele erythroblasten | 2.0 - 20.0 | ||||
Oxifiele erythroblasten | 0.0 - 1.0 | ||||
G/E ratio | 2.5 - 15.1 |