ZNA Labgids - Taenia solium antilichamen (IgG)
Trefwoorden:Taenia solium antilichamen, cysticercosis, cysticercose
| Parameter | Waarde |
|---|---|
| STAALTYPE | Serum |
| RECIPIËNT | Serumgel |
| ACTIVITEITENCENTRA | Analyse extern uitgevoerd |
| AFNAME-HOEVEELHEID | serum minimaal 1 ml |
| ALGEMENE OPMERKINGEN | Test spoort IgG tegen T. solium op.
Analyse enkel nuttig in kader van verdenking op cysticercose en niet om darmtaeniase aan te tonen! Taeniasis van de darm moet vastgesteld worden door coprologisch onderzoek.
Antilichamen tegen T. saginata kunnen niet opgespoord worden, er is echter wel een kruisreactie met de gebruikte test voor T. solium. |
| TRANSPORTWIJZE PRIMAIR STAAL | Kamertemperatuur |
| TRANSPORTWIJZE VERZENDING EXTRAMUROS | Kamertemperatuur |
| METHODE | |
| UITVOERFREQUENTIE | |
| MAXIMALE ANTWOORDTIJD (excl. Pre-analytisch transport) | |
| BIJ-AANVRAGEN | |
| ONDER ACCREDITATIE (BELAC MED-318) | Nee |
| RIZIV-REGELS | CR329: Serologie parasieten (betreft volgende nummers: 551751-551762, 551773-551784, 551795-551806, 551810-551821) : maximaal mogen 5 nummers aangerekend worden. Sommige nummers mogen meermaals worden aangerekend (zoveel maal als er verschillende antigenen worde |
| RIZIV-NOMENCLATUUR | 551810 |
| NON-RIZIV AANREKENING | |
| BIJKOMENDE OPMERKINGEN AANREKENING |