ZNA Labgids - Neisseria gonorrhoeae PCR

Trefwoorden:Neisseria gonorrhoeae PCR, Gonococcen PCR

Ga terug

Parameter Waarde
STAALTYPE urine portie; genitaal monster; Lichaamsvochten; wisser/transportmedium
RECIPIËNT Urinemonovette (éénmalig), Urinepotje, Steriel potje, Steriele tube
ACTIVITEITENCENTRA MI
AFNAME-HOEVEELHEID wisser in UTM of e-swab minstens 500 µL, urine minstens 850 µL
ALGEMENE OPMERKINGEN
genitale wisser in UTM of e-swab medium
Vrouw: bij voorkeur genitale wisser
Man: first void urine of urethrale wisser
TRANSPORTWIJZE PRIMAIR STAAL Kamertemperatuur
TRANSPORTWIJZE VERZENDING EXTRAMUROS
METHODE COBAS CT/NG voor 5800/6800/8800 (Roche)
UITVOERFREQUENTIE minstens 2x per week
MAXIMALE ANTWOORDTIJD (excl. Pre-analytisch transport) 1 week
BIJ-AANVRAGEN
ONDER ACCREDITATIE (BELAC MED-318) Ja
RIZIV-REGELS CR70: De verstrekkingen 550911 - 550922 en 549312 - 549323 mogen nietonderling worden gecumuleerd.
RIZIV-NOMENCLATUUR 550911
NON-RIZIV AANREKENING
BIJKOMENDE OPMERKINGEN AANREKENING
klinische fiche Neisseria gonorrhoeae

N. gonorrhoeae is, net zoals N. meningitidis, een gram-negatieve coccus en een strikt humane pathogeen (maakt dus nooit deel uit van de normale flora). Deze kiem veroorzaakt de ziekte gonorroe, de 2e meest voorkomende SOA in België en een gevaar voor de volksgezondheid wegens de mogelijke ernstige complicaties dat het kan veroorzaken en het voorkomen van asymptomatische infecties.

 
Klinische achtergrond
Meestal veroorzaakt N. gonorrhoeae purulente genitale infecties (urethritis en cervicitis). Secundaire lokale complicaties kunnen zich voordoen, met name epididymitis bij de man en salpingitis, PID en bartholinitis bij de vrouw. Ook primaire niet-genitale infecties, zoals faryngitis en proctitis, kunnen het gevolg zijn van N. gonorrhoeae na seksueel contact, maar zijn zelden symptomatisch.
Bij uitblijven van een adequate behandeling kan een gedissemineerde gonokokkeninfectie, na een hematogene verspreiding van N. gonorrhoeae vanuit de initiële infectiesite, een beeld van arthritis geven of de klassiekere triade van tenosynovitis, dermatitis en polyarthralgieën.
Andere infecties veroorzaakt door N. gonorrhoeae zijn ophtalmia neonatorum (een purulente conjunctivitis bij de pasgeborene van een onbehandelde moeder), Fitz-Hugh-Curtis syndroom (een perihepatitis, voornamelijk geassocieerd aan PID, maar waarvan ook gevallen bij mannen zijn beschreven) en zeldzame gevallen van endocarditis en meningitis.
 
Diagnostische achtergrond
PCR
Bij klachten van urethritis gebeurt bij de man de PCR-analyse preferentieel op een first-catch urine. De urethrawisser is hierbij een goed alternatief. Dit in tegenstelling tot vrouwen met urogenitale symptomen, waarbij een vaginale wisser de eerste keuze is en een first-catch urine een 2e, maar eveneens acceptabel, alternatief is. Ook voor de opsporing van asymptomatische dragers bij risicopatiënten kan een PCR-onderzoek uitgevoerd worden op een keel- en/of rectale wisser. Hierbij moet men wel alert zijn voor vals-positieven door de aanwezigheid van niet-pathogene Neisseria species die wel onderdeel vormen van de normale flora. Ook voor andere niet-genitale infecties kan PCR gebruikt worden, zoals gewrichtsvocht bij verdenking op een gonokokkenartritis.
 
Rechtstreeks microscopisch onderzoek en kweek
Het rechtstreeks microscopisch onderzoek van een urethrale wisser met gramkleuring is in principe voldoende om de diagnose te stellen. Hierbij zijn gramnegatieve diplokokken en polymorfonucleaire cellen zichtbaar in het staal. Vanwege de lagere sensitiviteit is PCR-detectie nu de preferentiële methode.
Microscopisch onderzoek en kweek van een conjunctiva-schraapsel of -afscheiding zijn de eerste keuze voor de diagnose van een gonokokkenconjunctivitis.
Een kweek is daarnaast wel nodig voor het testen van de antibioticagevoeligheid na therapeutisch falen.

Ga terug