ZNA Labgids - F II

Trefwoorden:F II, Factor II, Stollingsfactor II

Ga terug

Parameter Waarde
STAALTYPE Citraat plasma
RECIPIËNT Citraattube
ACTIVITEITENCENTRA MI
AFNAME-HOEVEELHEID fractie 7 (cryotube) 0.5 mL fractie 7 (FVIII inh, FIX inh, FV, FX, FII, FXII, FXIII, verworven anticoagulans)
ALGEMENE OPMERKINGEN
De correcte vulling van een citraatbuis is essentieel! De citraatbuis bij voorkeur na een serumbuis afnemen. Nooit na een EDTA of heparine tube.
 
In RRL JP en CA: extra taxi wanneer tijd tot volgend transport meer dan 1 uur bedraagt. Voor verwerking: zie flowchart verwerking stalen speciale stolling.
TRANSPORTWIJZE PRIMAIR STAAL
TRANSPORTWIJZE VERZENDING EXTRAMUROS Diepgevroren
METHODE chronometrie
UITVOERFREQUENTIE wekelijks
MAXIMALE ANTWOORDTIJD (excl. Pre-analytisch transport)
BIJ-AANVRAGEN
ONDER ACCREDITATIE (BELAC MED-318) Nee
RIZIV-REGELS
RIZIV-NOMENCLATUUR 554190
NON-RIZIV AANREKENING
BIJKOMENDE OPMERKINGEN AANREKENING
klinische fiche F II in Citraat plasma
Klinisch toepassingsgebied: -De test wordt gebruikt voor het opsporen van de zeldzame congenitale factor II deficiëntie met een milde tot matige bloedingsneiging bij de homozygoten. -Bij protrombinedeficiëntie is zowel de PT als de aPTT verlengd. De verworven protrombinedeficiëntie is frequenter dan de congenitale vorm en wordt veroorzaakt door vitamine K-deficiëntie als gevolg van coumarines en of van onvoldoende resorptie van vitamine-K. (antibiotica gebruik, pancreatitis, spruw, galwegobstructie, langdurige diarree, leverlijden). Verhoogde waarden: * Bij galstuwing * Orale contraceptiva Verlaagde waarden: * Bij pasgeborenen - fysiologisch ( 25-40 % van normaal ) * Bij congenitale F II deficiëntie (hypoprotrombinemie, dysprotrombinemie) * Geassocieerd met een deficiëntie aan F V, F VII en F X bij . Leverbeschadiging: cirrhose, hepatitis . Fibrinolyse . DIC * Vitamine K tekort of vitamine K antagonisten Orale anticoagulantia therapie Verminderde inname Vit-K of absorptie deficiëntie . Hemorrhagische ziekte van de pasgeborene . Obstructieve icterus . Spruw . Antibiotica therapie * anti-protrombine antilichamen komen voor in associatie met het antifosfolipidensyndroom (lupus anticoagulans) en veroorzaken dan ook meestal bloedingen. Interferenties: *Coumarinederivaten *directe thrombin inhibitoren (hirudin bijv. Refludan en Argatroban bijv. Novastan), een nieuwe klasse anticoagulantia : geeft ondergewardeerde resultaten. Interpretatietabel: Waarden van prematuren liggen lager.
Referentiewaarden: F II in Citraat plasma
Detail Referentiewaarde Variabelen Geslacht Leeftijden Opm.
F II in Citraat plasma 78-138 % Beide >16 jr
F II in Citraat plasma 0.67-1.1 IU/mL Beide 6-10 jr
F II in Citraat plasma 0.7-1.09 IU/mL Beide 1-5 jr
F II in Citraat plasma 0.62-1.03 IU/mL Beide 30-365 dgn
F II in Citraat plasma 0.50-0.73 IU/mL Beide 1-30 dgn
F II in Citraat plasma 0.41-0.69 IU/mL Beide 0-1 dg
F II in Citraat plasma 61-107 % Beide 11-16 jr
F II in Citraat plasma 67-110 % Beide 6-10 jr
F II in Citraat plasma 70-109 % Beide 1-5 jr
F II in Citraat plasma 62-103 % Beide 30-365 dg
F II in Citraat plasma 50-73% Beide 1-30 dgn
F II in Citraat plasma 41-69% Beide 0-1 dgn
F II in Citraat plasma 0.78-1.38 IU/mL Beide >16 jr
F II in Citraat plasma 0,61 - 1,07 IU/mL Beide 11-16 jr

Ga terug