ZNA Labgids - Proteine C

Trefwoorden:Proteine C

Ga terug

Parameter Waarde
STAALTYPE Citraat plasma
RECIPIËNT Citraattube
ACTIVITEITENCENTRA MI
AFNAME-HOEVEELHEID fractie 1 (gewone tube) 0.5 mL (fractie 1: prot C, prot S, VWF)
ALGEMENE OPMERKINGEN
De correcte vulling van een citraatbuis is essentieel! De citraatbuis bij voorkeur na een serumbuis afnemen. Nooit na een EDTA of heparine tube.
 
In RRL JP en CA: extra taxi wanneer tijd tot volgend transport meer dan 1 uur bedraagt. Voor verwerking: zie flowchart verwerking stalen speciale stolling.
TRANSPORTWIJZE PRIMAIR STAAL
TRANSPORTWIJZE VERZENDING EXTRAMUROS Diepgevroren
METHODE colorimetrie
UITVOERFREQUENTIE wekelijks
MAXIMALE ANTWOORDTIJD (excl. Pre-analytisch transport)
BIJ-AANVRAGEN
ONDER ACCREDITATIE (BELAC MED-318) Ja
RIZIV-REGELS
RIZIV-NOMENCLATUUR 554131
NON-RIZIV AANREKENING 18852: Aangerekendbedrag: 10,39 €, Opmerkingen:
In LAB400 bij de prestatiecode: Na schrapping RIZIV 554131/554142 (Patiënten jonger dan 55 jaar)
Geen keuzeveld op het aanvraagformulier
BIJKOMENDE OPMERKINGEN AANREKENING Buiten nomenclatuur indien patiënt > of = 55 jaar is.
klinische fiche Proteine C in Citraat plasma
Klinisch toepassingsgebied: Proteïne C is een vitamine K-afhankelijk eiwit gesynthetiseerd in de lever. Proteïne C is in het plasma aanwezig als een pro-enzyme en wordt omgezet in het actief eiwit (geactiveerd Proteïne C = Proteïne Ca = APC) in aanwezigheid van thrombine, calcium en fosfolipiden; deze activatie wordt gepotentialiseerd door thrombomoduline. In aanwezigheid van zijn, eveneens vitamine K-afhankelijke, cofactor proteïne S inactiveert het factor Va en VIIIa. Proteïne C bezit als dusdanig anticoagulerende eigenschappen. Proteïne C wordt bepaald om aangeboren en verworven deficiënties op te sporen. Aangeboren deficiënties (heterozygote vormen) van Proteïne C gaan gepaard met verhoogd risico op veneuze thrombosen. Homozygote Proteïne C deficiëntie gaat gepaard met neonatale purpura fulminans. Verder kan men bij aangeboren deficiënties twee types onderscheiden. Het eerste type wordt opgemerkt door een daling in de kwantiteit en de activiteit van PC. Terwijl het tweede type zich onderscheid door een normale kwantiteit, maar een verlaagde activiteit van proteïne C. Verworven deficiënties worden opgemerkt bij o.a. leverlijden en behandelingen met anti-vitamine K preparate. Principe: De test berust op een Colorimetrische methode, waarbij de amidolytische activiteit van PC op een kunstmatig chromogeen substraat wordt gemeten. Proteïne C wordt geactiveerd door een specifieke activator (reagens 1) afgeleid van een slangengif afkomstig van Agkistrodon c. contortrix. De hoeveelheid, van het zo gevormde enzym, wordt bepaald aan de hand van zijn amidolitische activiteit op het chromogeen substraat CBS 42.46 (reagens 2). Het zo vrijgekomen para-nitro-aniline wordt gemeten bij 405 nm. De gemeten kleurintensiteit is rechtstreeks evenredig met de activiteit van proteïne C in het plasma. Verhoogde waarden: -De PC stijgt met de leeftijd (ongeveer 4% per decade) -Bij nefrotisch syndroom: vaak een gestegen of normale PC-antigen of PC-activiteit wanneer amidolytisch gemeten (wel gedaalde anticoagulant activiteit) Verlaagde waarden: Aangeboren deficiënties: -type I: verlaagde functionele en antigenwaarde -type II: verlaagde functionele maar normale antigenwaarde De waarden van PC bij heterozygote deficiënties overlappen met de normale waarden, zodat bij sommige patiënten de diagnose moeilijk te stellen is. Bij patiënten met borderline-resultaten moet de analyse zeker herhaald worden. Verworven deficiënties: -leveraandoeningen -orale anticoagulantia (antivitamine K preparaten) -DIC -sepsis, acute trombose, neonatale periode -L-asparaginase Interferenties: - Heparine : GEEN interferentie met deze methode - Orale anticoagulantia: gedaalde waarde vermits PC ook een vitamine k afhankelijk proteïne is. - Directe thrombin inhibitoren (hirudin bijv. Refludan en Argatroban bijv. Novastan), een nieuwe klasse anticoagulantia : geeft bovengewaardeerde resultaten.
Referentiewaarden: Proteine C in Citraat plasma
Detail Referentiewaarde Variabelen Geslacht Leeftijden Opm.
Proteine C in Citraat plasma 70-130 % Beide > 6 mnd
Proteine C in Citraat plasma 62-89 % Beide 3-6 mnd
Proteine C in Citraat plasma 57-88 % Beide 1-3 mnd
Proteine C in Citraat plasma 53-79 % Beide 5-30 dgn
Proteine C in Citraat plasma 52-79 % Beide 1-5 dgn
Proteine C in Citraat plasma 50-72 % Beide 0-1 dg

Ga terug