ZNA Labgids - ANCA screening
Trefwoorden:ANCA=Anti Neutrofielen Cytoplasma Antistoffen., Perinucleair ANCA, Anti Neutrofielen Cytoplasma Antistoffen., Cytoplasmatische ANCA
Parameter | Waarde |
---|---|
STAALTYPE | Serum |
RECIPIËNT | Serumgel |
ACTIVITEITENCENTRA | MI |
AFNAME-HOEVEELHEID | 2,6 ml |
ALGEMENE OPMERKINGEN | Indien dringende bepaling noodzakelijk is, contacteer verantwoordelijke klinisch bioloog. |
TRANSPORTWIJZE PRIMAIR STAAL | |
TRANSPORTWIJZE VERZENDING EXTRAMUROS | |
METHODE | IIF (Indirecte immunofluorescentie) met humane granulocyten als subtraat |
UITVOERFREQUENTIE | 2x per week |
MAXIMALE ANTWOORDTIJD (excl. Pre-analytisch transport) | |
BIJ-AANVRAGEN | |
ONDER ACCREDITATIE (BELAC MED-318) | Nee |
RIZIV-REGELS | |
RIZIV-NOMENCLATUUR | 556371 |
NON-RIZIV AANREKENING | |
BIJKOMENDE OPMERKINGEN AANREKENING | De terugbetaling van ANCA is afhankelijk gemaakt van de klinische context van de patiënt. Aanvraag van ANCA dient vanaf heden dus gericht te gebeuren. In HiX zijn de verschillende opties beschikbaar gesteld: • Bij vermoeden van ANCA-geassocieerde vasculitis zal de screening gebeuren door kwantificatie van MPO en PR3 antistoffen. Er wordt geen indirecte immuun-fluorescentie meer uitgevoerd. Dit is in overeenstemming met de recentste internationale guidelines. • Bij follow-up van gekende vasculitis patiënten dienen gericht MPO OF PR3 antistoffen te worden aangevraagd. • Voor ANCA in het kader van andere indicaties dan vasculitis zal nog steeds eerst indirecte immuun-fluorescentie uitgevoerd worden en indien positief confirmatie en kwantificatie van MPO en PR3 antistoffen. |
klinische fiche Anti-Neutrofielen Cytoplasma Antistoffen |
---|
De ANCA bepaling speelt een cruciale rol bij de diagnose van zogenaamde ANCA-geassocieerde vasculitiden (AAV). Tot deze AAV behoren Granulomatosis met Polyangiitis (GPA, vroeger Wegener's Granulomatosis genoemd), Microscopische Polyangitis (MPA) enChurg-Strauss Syndrome (CSS). GPA en CSS worden gekenmerkt door granulomateuze letsels en vasculitits van kleine en middelgrote bloedvaten. Bij MPA is er ook een vasculitis van kleine en middelgrote bloedvaten doch zonder granuloma. Bij de bepaling van ANCA met behulp van fluorescentiemicroscopie onderschijden we twee fluorescentie-patronen: een cytoplasmatisch korrelig patroon (=C-ANCA) en een perinucleair patroon (=P-ANCA). ANCA wordt gerapporteerd als de grootste serumverdunning die nog een zichtbare fluorescentie geeft onder de fluorescentiemicroscoop. (referentiewaarden= negatief) Bij GPA (80% ANCA positief vinden we voornamelijk een C-ANCA patroon. Het target antigeen is het proteinase 3 (PR3). Bij MPA (75% ANCA positief) en CSS (48% ANCA positief) vinden we voornamelijk een P-ANCA patroon. Het target antigeen is het myeloperoxidase(MPO) |