ZNA Labgids - Translocaties Acute Leukemieën
Trefwoorden:Translocaties Acute Leukemieën, Genherstructurering Acute Leukemieën, Hemavision Multiplex PCR, Acute Leukemieën Translocaties
Parameter | Waarde |
---|---|
STAALTYPE | beenmerg; EDTA vol bloed |
RECIPIËNT | Zie opmerkingen |
ACTIVITEITENCENTRA | MI |
AFNAME-HOEVEELHEID | 1ml |
ALGEMENE OPMERKINGEN | Deze analyse kan worden uitgevoerd op beenmerg of (EDTA) bloed. Deze analyse wordt rechtstreeks aan de patiënt aangerekend en mag enkel uitgevoerd worden indien aan de in Art33bis vermelde voorwaarden wordt voldaan. |
TRANSPORTWIJZE PRIMAIR STAAL | |
TRANSPORTWIJZE VERZENDING EXTRAMUROS | Kamertemperatuur |
METHODE | Hemavision-28Q is een kwalitatieve multiplex, reverse transcriptase qPCR reactie die gebruikt wordt voor het diagnostisch testen van 28 verschillende translocaties of chromosomale genherschikkingen en bevat meer dan 80 breekpunten of mRNA splice varianten |
UITVOERFREQUENTIE | op aanvraag |
MAXIMALE ANTWOORDTIJD (excl. Pre-analytisch transport) | 1 week |
BIJ-AANVRAGEN | Gelieve steeds per e-mail het labo moleculaire biologie hematologie te verwittigen (zna labo mi hemmolbiflow) ivm bij-aanvragen ! |
ONDER ACCREDITATIE (BELAC MED-318) | Ja |
RIZIV-REGELS | DR1(art.33bis): Voor de verstrekkingen 588431-588442, 588453-588464, 588475-588486, 588490-588501, 588512-588523, 588534 588545, 588556-588560 en 589691-589702, wordt een herval na het eerste jaar follow up beschouwd als een nieuwe diagnostische investigatiefase. |
RIZIV-NOMENCLATUUR | 587893 |
NON-RIZIV AANREKENING | |
BIJKOMENDE OPMERKINGEN AANREKENING |
klinische fiche Translocaties Acute Leukemieën |
---|
Klinisch toepassingsgebied: De fusiegenen zijn het resultaat van een translocatie tussen twee genen en zijn betrokken bij de pathogenese van acute myeloiede en lymfatische leukemiën: De WHO klassificatie is gebaseerd op het specifiek aantonen van bepaalde translocaties, dewelke dus zowel een diagnostische, prognostische als therapeutische betekenis kunnen hebben. Bepaalde van deze translocaties kunnen bij follow-up kwantitatief worden opgevolgd. Dit dient dan steeds gecorreleerd te worden met de bij diagnose bepaalde hoeveelheid en ten opzichte van eenzelfde referentiegen. De gevoeligheid van deze kwalitatieve opsporing van de aangegeven translocaties bedraagt ten minste 5%.
De gebruikte CE gelabelde kit HEMAVISION spoort de
volgende translocaties op:
(meer informatie op www.hemavision.com)
del1(p32)(STIL::TAL1)
t(1;11)(p32;q23)(MLL::EPS15)
t(1;11)(q21;q23)(MLL::MLLT11)
t(1;19)(q23;p13)(TCF3::PBX1)
t(3;5)(q25;q34)(NPM1::MLF1)
t(3;21)(q26;q22)(RUNX1::MECOM)
t(4;11)(q21;q23)(MLL::AFF1)
t(5;12)(q33;p13)(ETV6::PDGFRB)
t(5;17)(q35;q21)(NPM1::RARA)
t(6;9)(p23;q34)(DEK::NUP214)
t(6;11)(q27;q23)(MLL::MLLT4)
t(8;21)(q22;q22)(RUNX1::RUNX1T1)
t(9;9)(q34;q34)(SET::NUP214)
t(9;11)(p22;q23)(MLL::MLLT3)
t(9;12)(q34;p13)(ETV6::ABL1)
t(9,22)(q34;q11)(BCR::ABL1)
t(10;11)(p12;q23)(MLL::MLLT10)
t(11;17)(q23;q21)(MLL::MLLT6)
t(11;17)(q23;q21)(ZBTB16::RARA)
t(11;19)(q23;p13.1)(MLL::ELL)
t(11;19)(q23;p13.3)(MLL::MLLT1)
t(12;21)(p13;q22)(ETV6::RUNX1)
t(12;22)(p13;q11)(ETV6::MN1)
t(15;17)(q24;q21)(PML::RARA)
inv(16)(p13;q22)(CBFB::MYH11)
t(16;21)(p11;q22)(FUS::ERG)
t(17;19)(q22;p13)(TCF3::HLF)
t(X;11)(q13;q23)(MLL::FOXO4) |